Author: Jesper (page 4 of 15)

Jesper Langbroek (1996) is sportjournalist en publiceerde over voetbal in onder andere het AD en Voetbal International. In 2019 reisde hij door Latijns-Amerika van stadion naar stadion en deed hij verslag van de Copa América in Brazilië. In 2021 publiceerde Langbroek het boek ‘2002: De Europese helden van Feyenoord’.

Interview in Villamedia: ‘Het gaat om de ideeën’

Hij is ongetwijfeld een van de meest ervaren jonge freelancers. Op zijn 14e hengelde Jesper Langbroek (nu 21) al zijn eerste klus binnen. Met zo’n tweeduizend artikelen op de teller heeft hij zijn strepen in de (voetbal)journalistiek inmiddels ruimschoots verdiend. En hij heeft zijn opleiding journalistiek nog niet eens afgerond. Dat hoopt hij komend half jaar te doen.
(uit het journalistenvakblad Villamedia, augustus 2017)

Hoe ben je op zo’n jonge leeftijd in de journalistiek terecht gekomen?
‘Ik bezocht veel websites over voetbal. Voetbaltube.com was op zoek naar redacteuren en dat leek me wel wat. Ze vonden mijn leeftijd geen punt en ik werd vanaf het begin betaald. Voor korte berichtjes van 5-20 regels kreeg ik 50 cent. Toen ik 14 was, was dat een goede aanvulling op mijn loon bij andere bijbaantjes. Nu hoef ik niet meer achter de kassa te zitten omdat het schrijven beter verdient. Een vast uurtarief heb ik niet. Ik schrijf geregeld voor De Stentor en het AD, en daar word ik betaald volgens de gebruikelijke tarieven van de Persgroep. Verder ligt het aan de aanbieding wat ik er financieel uit kan halen, vergeleken met hoeveel moeite ik in een verhaal/project stopt. Ik ben niet echt gefocust op geld. Dat is die vrijblijvendheid, die ik me als student nog kan veroorloven.’

Wat vind je zo interessant aan de voetbalwereld?
‘Voetbal is een bron van verhalen. Er staan 22 spelers op het veld met allemaal een eigen achtergrond en ontwikkeling. Op mijn 7e zat ik zelf op voetbal, maar na een jaar ben ik gaan hockeyen. Ik bleef geïnteresseerd in de voetbalwereld, maar nu vind ik de afstand wel fijn. Dat maakt mij nog nieuwsgieriger. Ik schrijf ook wel eens over hockey, maar voetbal leeft veel meer. De belangen zijn groter en het betreft meer mensen. En dus zijn er meer verhalen.’

Heb je profijt van je jonge leeftijd?
‘Ik heb het idee dat ik makkelijk kan levelen met jonge voetballers. Als je dezelfde leeftijd hebt, kun je je beter inleven en praat je wat sneller over andere dingen dan een bal op de paal. Verder komt tijdens gesprekken met opdrachtgevers altijd vrij snel ter sprake dat ik op mijn 14e ben begonnen. Dat maakt vaak indruk, maar ik denk niet dat het doorslaggevend is. Het toont dat ik intrinsiek gemotiveerd ben, maar uiteindelijk gaat om de ideeën die je hebt en wat je daarmee doet.’

Hoe onderscheid je jezelf?
‘Als ik een verhaal maak, ben ik oprecht geïnteresseerd in het onderwerp of de persoon. Het liefst zou ik zelf meemaken wat bijvoorbeeld een voetballer meemaakt. Het interview is een manier om erachter te komen wat er in de hoofden van de spelers omgaat. Ik doe wat ik leuk vind en kijk daarna waar ik het kan verkopen. Ik geloof dat je daar de beste verhalen van krijgt.’

Is freelancen je droom of zou je ook willen werken in vaste dienst?
‘Als ik in vaste dienst nog steeds de verhalen kan maken die ik wil maken, doe ik dat net zo graag. Maar niet alle verhalen passen bij één medium. Daarbij vind ik het ook wel lekker om mijn eigen ritme te bepalen. Als ik daardoor wat harder moet werken omdat ik freelancer ben, vind ik dat niet erg.’

Je weet goed wat je wilt. Heb je al journalistieke mijlpalen behaald?
‘Ik had twee dromen: Johan Cruijff interviewen en voor Voetbal International (VI) werken. Naar het interview met Cruijff heb ik heel gericht toegewerkt. Ik ben aan de slag gegaan bij de website die de verslaggeving doet van een voetbaltoernooi waar Cruijff altijd aanwezig was. Twee jaar later was het moment daar. En bij VI mocht ik begin dit jaar stage lopen. Nu doe ik voor hen af en toe werk in opdracht. Ik moet dus aan nieuwe dromen werken. Ik zou David Beckham heel graag willen interviewen en ik wil me blijven ontwikkelen als schrijver.’

Share

Het voetbalmuseum van Huntelaar (GOAL!)

Klaas-Jan Huntelaar heeft een zolder vol met prijzen, shirts en andere spullen die hij heeft bewaard van belangrijke momenten in zijn carrière. Daar horen mooie herinneringen bij. De spits van Ajax duikt voor GOAL! in zijn verzameling en vertelt. (maart 2018)

Paspoort:
Klaas-Jan Huntelaar – 34 jaar – komt uit Voor-Drempt
Speelt bij: Ajax
Positie: spits
Eerder bij: PSV, De Graafschap, AGOVV, SC Heerenveen, Ajax, Real Madrid, AC Milan, Schalke 04.
Aantal interlands: 76 (42 goals)

Fanatieke verzamelaar

“Ik kan echt een museum openen met alles wat ik thuis heb liggen. Ik heb dozen vol met oude voetbalschoenen, shirts, vaantjes, bekers en nog veel meer. Ik zou mijn muur kunnen behangen met krantenartikelen. Het leuke aan dingen verzamelen, is de herinnering die bij het object hoort. Voor mijn kinderen is het ook leuk om de verhalen te horen. Zij hebben allemaal wel een beker op hun kamer staan. Als sportman wil je zoveel mogelijk prijzen winnen en het is mooi als dat lukt. Alle spullen op zolder zijn daar het resultaat van. Ik heb altijd honderd procent gegeven en ik ben trots op wat ik heb bereikt.

Vaantje van Noorwegen Onder-17 (2000)

In 2000 mocht ik voor het eerst uitkomen voor Nederland tijdens een oefenwedstrijd in Groningen tegen Noorwegen Onder-17. Als spits wil je graag scoren bij je debuut. Dat lukte gelukkig. Ik maakte de enige goal van de wedstrijd. We wonnen met 1-0. Daarna mocht ik mee naar het jeugdtoernooi in Israël. Daar heb ik twee keer gescoord. We schopten het tot de halve finale.

EK Onder-21: Topscorer, beste speler en gouden medaille (2006)

Tijdens het EK met Oranje Onder-21 heb ik een paar programmaboekjes meegenomen. Die lagen in de kleedkamer. Tijdens dit toernooi in Portugal was ik echt in vorm. Ik draaide een goed seizoen bij Ajax en zat bij de voorselectie van het grote Nederlands elftal voor het WK in Duitsland. In plaats daarvan ging ik met Jong Oranje naar Portugal. We begonnen niet zo goed. Maar in de halve finale wonnen we van Frankrijk. Ik scoorde één keer. In de finale scoorde ik zelfs twee keer. We wonnen met 3-0 van Oekraïne en waren kampioen. Ik had in totaal vier keer gescoord en mocht mijzelf topscorer noemen. Ook werd ik verkozen tot beste speler van het toernooi. 

Debuutshirt Nederlands elftal (2006)

Dit shirt is voor mij heel bijzonder. Op 16 augustus 2006 mocht ik tegen Ierland voor het eerst meedoen met het echte Oranje. Ik had wel voor jeugdteams van Nederland gespeeld, maar dit was toch wat anders. Ik was gespannen voor de wedstrijd, maar eenmaal op het veld deed ik gewoon mijn ding. Dit shirt roept mooie herinneringen op. We speelden in een mooi, oud stadion waar zelfs een metro onderdoor reed.

Shirt Andrea Pirlo (2008)

In de afgelopen jaren heb ik veel shirts gewisseld. Vaak krijg je bij het Nederlands elftal twee shirts. Soms ruilde ik ze allebei en soms hield ik er eentje zelf. Op het WK van 2010 heb ik een shirt van Kameroen en Japan gekregen. Op het EK van 2008 heb ik na de wedstrijd tegen Italië mijn shirt geruild met Andrea Pirlo. Dat vond ik altijd een hele goede voetballer. Ook heb ik een shirt van Fabio Cannavaro liggen. Dat zijn twee van de mooiste. Voor de rest weet ik niet zo goed welke shirts ik heb. Ik heb nog geen tijd gehad om alles uit te zoeken. Het zijn er zoveel!

Topscorer in de competitie (2004, 2005, 2006, 2011)

Als spits ben ik altijd op jacht naar doelpunten. Het is altijd mooi als je bovenaan de topscorerlijst staat. Als jonge speler scoorde ik bij AGOVV 26 keer en werd ik topscorer en beste speler van de Jupiler League. Later ben ik bij Ajax twee keer achter elkaar topscorer van de eredivisie geworden. In 2011 maakte ik bij Schalke 04 de meeste goals van iedereen in de Bundesliga van Duitsland. Die beker is heel bijzonder. Het heeft de vorm van een kanon.

Zilver medaille WK (2010)

Deze medaille doet een klein beetje pijn, omdat we de finale verloren. Elke keer als je niet wint, is dat jammer. Aan de andere kant hebben we wel zilver gewonnen. Het was fantastisch dat we de finale haalden. Ik hoopte nog dat ik in mocht vallen. Maar Giovanni van Bronckhorst (nu de coach van Feyenoord) kreeg kramp en er moest een verdediger in. Jammer, want ik was al aan het warmlopen.

Bronzen medaille WK (2014)

Tijdens dit toernooi was ik belangrijk met een doelpunt tegen Mexico. Wesley Sneijder scoorde ook en we gingen naar de kwartfinale. Brons voelt gek genoeg beter dan zilver, omdat je al weet dat je de finale niet speelt. Bij zilver heb je goud misgelopen. Bij Jong Oranje won ik wel goud en dus heb ik alle drie de kleuren. Daar ben ik trots op, want dat haal je niet zomaar binnen.”

Share

Interview met Jasper Cillessen over transfer naar FC Barcelona (GOAL!)

Jasper Cillessen speelt dit seizoen met FC Barcelona in de Champions League. HIj is dolblij dat hij met Luis Suárez en Lionel Messi mag voetballen. Aan GOAL! vertelt de keeper van Oranje alles over zijn transfer. (Augustus 2016)

Hoe is de overstap naar Barcelona in gang gezet?

“Ik geloofde eerst niet dat de club me wilde hebben. Vorig seizoen was niet mijn beste jaar. Daarom was het een verrassing dat Barcelona zich meldde. Het is een beetje Ajax in het groot. Een mooie vervolgstap. De eerste indruk was meteen goed.”

Vond je het jammer dat je Ajax moest verlaten?

“Ik ben gezegend met mijn tijd bij Ajax. Ik heb veel prijzen gewonnen. De supporters verkozen mij de afgelopen twee jaar ook nog tot Ajacied van het Jaar. Dat is heel bijzonder. Maar de kans om bij Barcelona te spelen, wilde ik niet laten lopen. Het is altijd al een speciale club geweest. Gelukkig gunde Ajax mij dat ook.”

Ga je ook genieten van de stad Barcelona en het mooie weer?
“Ik ga er niet heen als toerist. Mijn doel is om te voetballen. Niet van het fantastische leven genieten. Ik ben op er mijn elfde geweest met mijn ouders. Ik weet dus hoe het eruit ziet. Ook het stadion Camp Nou ken ik al. Ik heb er met Ajax twee keer gespeeld in de Champions League. Een groot stadion met een geweldige sfeer. Dat hoop ik vaak mee te maken.”

Kijk je ernaar uit om met Luis Suárez en Lionel Messi te spelen?

“Dat is alleen maar leuk natuurlijk. Luis spreekt gelukkig nog een beetje Nederlands. Hij was net weg bij Ajax toen ik kwam. Met Messi praten is lastig. Mijn Spaans is nog niet zo goed. Ik had hem al eens ontmoet. Tijdens het WK in Brazilië liep ik hem omver. Daar hebben we om gelachen. Messi blijft een indrukwekkende voetballer, maar hij is gewoon een ploeggenoot van me. Zoals Wesley Sneijder, Robin van Persie en Arjen Robben dat bij Oranje zijn.”

Met het Nederlands elftal moest je deze zomer het EK missen. Hoe heb je dat beleefd?
“Zoals iedere Nederlandse voetballiefhebber met een vervelend gevoel. Ik ben bewust ver weg op vakantie gegaan. Zodat ik de wedstrijden niet kon zien. Eerst naar Curaçao met mijn neef en daarna naar Mexico met mijn vriendin. Mijn keepershandschoenen had ik niet mee. Wel een balletje voor bij het zwembad.”

Het is niet zeker of je bij Oranje eerste keeper blijft. Dat moet vervelend zijn.

“Ik moet zelf laten zien dat ik goed genoeg ben. Ook straks bij Barcelona. Die drang is er altijd. Het is lastig om reserve te zijn, nadat ik 3 jaar eerste keeper was. Maar de keuze is nog niet bepaald. Als ik mijn niveau haal, heb ik er vertrouwen in dat ik terugkeer onder de lat.”

Ook bij Barcelona is het maar de vraag of je veel gaat spelen. Hoe ga je de concurrentiestrijd met Marc-André ter Stegen aan?

“Concurrentiestrijd vind ik een vies woord. Uiteindelijk speel je samen. Ter Stegen is een fantastische keeper, maar ik ga erheen om te spelen. Ik ga me niet neerleggen bij een plek op de bank. Ik wil de beste Jasper Cillessen laten zien. Ik heb rugnummer 13, maar ik geloof niet in ongeluk. Ik wil het mijn geluksnummer maken.”

Hoe is het om te kunnen zeggen dat je bij een van de grootste clubs ter wereld speelt?

“Ik ben vrij nuchter, maar het is wel genieten. Mijn familie en het dorp waar ik vandaan kom, zijn enorm trots. Barcelona is niet zomaar een club. Het team van toen ik 12 jaar was, ken ik nog uit mijn hoofd. Patrick Kluivert, Frank de Boer, Phillip Cocu, Marc Overmars en nog veel meer Nederlanders. Ik wil mijn eigen geschiedenis schrijven. Hopelijk word ik snel eerste keeper. Kom maar op. Ik kan nog wel tien jaar mee. Als ik dat bij Barcelona kan doen, ben ik erg tevreden.”

 

Share

Vak Q laat HHC Hardenberg leven: een tweede familie (FC12 Magazine)

Voor Jan Vosjan en Michael Ellenkamp is het duidelijk: HHC Hardenberg is de mooiste club die er bestaat. De voorzitter van de supportersvereniging en de nieuwe trommelaar vertegenwoordigen twee generaties binnen de oranje harde kern. De twee fans van HHC spreken over de supporterscultuur, de verjonging van Vak Q, de ontlading van vorig seizoen en de liefde voor HHC. ‘Hele families groeien op met de club.’

Bij iedere club zullen ze zeggen dat zij de beste supporters hebben, maar HHC Hardenberg heeft statistieken om het te bewijzen. De fans van de Tweede Divisionist moeten van alle supporters in de competitie de meeste kilometers afleggen naar uitwedstrijden, maar zijn toch altijd met de grootste groep. De 3200 kilometers worden in tweewekelijkse etappes gereden door zo’n honderdvijftig mensen met eigen vervoer en zestig fans in de bus. HHC Clubsupport-voorzitter Jan Vosjan (45) is er altijd bij. Hij komt al van kleins af aan bij HHC en miste in de afgelopen tien jaar slechts een handjevol wedstrijden. ‘Maar dat is niet bijzonder, hoor. Dat hebben meer mensen’, zegt Vosjan. ‘We moeten wel steeds verder rijden. Eerst was het Rijssen en Berkum. Nu is Spakenburg bijna het dichtstbij. We worden overal goed ontvangen. Niemand heeft problemen met ons. Bij clubs al Barendrecht nemen we vaak het sportpark over. Dan zijn we in de meerderheid en hoor je alleen maar HHC-liedjes.’

Nieuwe generatie op de trommel

Het gezang van de harde kern van HHC, die zichzelf Vak Q noemt, wordt begeleid door de trommel van Michael Ellenkamp. De 23-jarige Hardenberger nam als supporter van de nieuwe generatie de drumstokjes voorafgaand aan dit seizoen over. ‘Dat was in het begin wel even wennen. Ik had de blaren op mijn handen staan. Nu heb ik het juiste ritme gevonden’, vertelt Ellenkamp. ‘We hebben in totaal drie trommels. Soms moeten we ons even inhouden, omdat je anders die liedjes niet meer hoort.’

De jonge garde supporters brengt eigen teksten en ideeën met zich mee. Ellenkamp zet regelmatig in met het nieuwe lied ‘Hardenberg is onze stad’, waarna de mensen in Vak Q hem nazingen. Maar ook het oude clublied ‘Dronken HHC’er’ ontbreekt bij geen enkele wedstrijd.  De supporters van verschillende leeftijden staan samen achter hun team. ‘De jonge jongens zijn heel fanatiek’, merkt Vosjan. ‘Ze nemen veel initiatief om dingen te regelen, zoals liedjes, vlaggen of rookbommen. Daar zijn we als supportersvereniging heel erg blij mee. Er waait een frisse wind, zonder dat het ten koste gaat van de gezellige sfeer.’

Read more

Share