Met Gor Agbaljan trok Heracles afgelopen zomer een Armeens jeugdinternational aan. De middenvelder speelt zijn wedstrijden vooral bij de beloften, maar maakte tegen Groningen al zijn debuut voor het eerste. Vier minuten deed hij mee, maar daar ging een lange weg aan vooraf. Dat werd duidelijk toen Frens een dag met Gor meeliep. (november 2016)

Vroeg in de morgen vertrekt Gor Agbaljan (19) in zijn donkere Volkswagen Polo vanuit Ommen naar Almelo. Haren strak in model, lichtblauw trainingspak en dezelfde kleur schoenen. Tijdens de rit naar de club waar hij sinds deze zomer speelt, gaat het al snel over zijn familie. Zijn ouders en zijn zus en haar vriend waren erbij toen Gor tegen FC Groningen zijn debuut maakte. Ze waren de eerste die aandacht van hem kregen nadat het fluitsignaal klonk. Hij had van te voren al gezocht waar ze zaten.

Zijn moeder Karina en zus Alisa zijn vooral morele steun voor Gor. Vader Artur probeert zo veel mogelijk wedstrijden van zijn zoon te zien. Op de koudste dagen volgt hij zijn zoon naar Kerkrade of Maastricht. Na elke wedstrijd zegt hij vooral wat Gor beter kan doen. Zijn vader wil altijd dat hij meer doet. Dat geeft druk, maar Gor ervaart het positief. Zo is het ook bedoeld. En hij weet dat als zijn vader hem een compliment geeft, dat het gemeend is.

Als de spelers zijn opgewarmd in de gymzaal, begint de selectie van Heracles aan de training. Gor loopt met zijn borst vooruit het veld op. De focus ligt voor hem op herstellen. Twee dagen eerder blonk hij met een doelpunt en een versierde strafschop uit tegen Jong FC Emmen (oefenduel, 1-2). Dat bekent niet dat hij vandaag rustig aan doet. “Gor aanpakken? Dat doet hij zelf wel”, zegt assistent-trainer Robby Alfen.

Cruyff Academie

Tijdens de training wordt Gor ook gevolgd door een fotograaf van de Cruyff Academie, waar de jonge voetballer commerciële economie studeert. Hij vindt de aandacht leuk, maar weet dat er meer is dan op de foto gaan of handtekeningen uitdelen. Natuurlijk wordt je als speler van Heracles al snel gezien als ‘die voetballer’, maar Gor laat zich er niet gek door maken. Tegen de fotograaf bleef hij netjes met ‘Meneer’ en ‘U’  mailen, terwijl de fotograaf net zo oud is als de voetballen en al snel begon met ‘Hey Gor’.  

Gor wil zijn blik zo breed mogelijk houden. Tuurlijk is voetbal zijn passie, maar als autoliefhebber zou hij na zijn loopbaan ook best bij een autodealer willen werken. Binnen zijn opleiding probeert Gor iets op te steken van het contact met anderen. Daarom koos hij  in zijn studieplan bewust voor klassikale lessen in plaats van een thuisstudie. Zo wil hij leren van het contact met de andere studenten, waarvan sommigen ook topsport bedrijven.

Dat Gor op jonge leeftijd wilde voetballen, was niet vanzelfsprekend. In Armenië, het land van zijn familie en zijn vroegste jeugd, komt de voetbalcultuur pas de laatste jaren op. “Krachtsporten als worstelen en judo zijn er populairder. Dat heb ik ook geprobeerd, maar voetbal trok me meer”, vertelt hij.

Land in puin

Dus fietste een jonge Gor met zijn vader naar PEC Zwolle om zich aan te melden. Ze woonden nog niet zo lang in Nederland en wisten niet dat je gescout moet worden om bij PEC te voetballen. Het is aandoenlijk, maar geeft ook aan in welke situatie het gezin zich begaf. De ouders van Gor vertrokken met hun kinderen om politieke redenen van Armenië naar Nederland. Hun land liep leeg na de val van de Sovjet Unie en een verwoestende aardbeving. Alles lag in puin en het land moest opnieuw worden opgebouwd. Zijn ouders wilden Gor, toen vier jaar oud, en zijn zus een beter leven bieden. “Ik denk wel eens aan hoe anders het had kunnen zijn. Als ik was gebleven was ik ongetwijfeld een ander persoon geweest. Waarschijnlijk ook geen voetballer. Maar daar praten we thuis nauwelijks over”, vertelt Gor.

De familie Agbaljan begon hun leven in Nederland in asielzoekerscentra in verschillende steden. De herinneringen die Gor daaraan heeft zijn wazig. “Het beeld dat ik ervan heb, lijkt op een gevangenis. We hadden een klein kamertje met zijn vieren en moesten de wc met andere mensen delen. Mensen waarvan je de taal en de cultuur niet kent.” Na het ontvangen van een verblijfsvergunning vestigde het gezin zich in Steenwijk. Gor speelde ondertussen in de jeugdopleiding van sc Heerenveen. Hij ontwikkelde zich tot een box-to-box middenvelder die een ongekende energie in zijn spel legt.

Terwijl de training van op zijn einde loopt, kijkt zaakwaarnemer Johan Hansma naar hoe de spelers over het veld rennen. Hansma heeft ongetwijfeld extra oog voor zijn pupil Gor, die hij al uit de jeugd van Heerenveen kent. Doordat ze elkaar al lang kennen, weet Gor wat hij aan Hansma heeft. Als zaakwaarnemer helpt hij hem met contractonderhandelingen, als ex-speler wijst hij hem voetbaltechnische punten en als jarenlange kennis is hij een steun buiten het voetbal.

Naar de kapper
Even later zitten de training, het afkoelen en de lunch – inclusief vier dikke vitaminepillen –  erop. Gor verlaat met ploeggenoten Tim van den Berg en Marijn de Kler het stadion. Er is alleen één probleempje. Tim komt zijn auto niet in. Zijn witte Golf reageert niet als hij op de contactloze sleutel drukt. Gor en Marijn kunnen hun lach niet meer inhouden. Ze hebben Tims sleutel eerder even geleend om zijn auto te verplaatsen. Als Tim zijn auto aan de andere kant van de parkeerplaats heeft gevonden, is het tijd om de stad in te gaan.

Een Subway-broodje later zitten Tim en Gor in de stoel bij de kapper. Aan de muur hangen shirtjes van onder anderen Mark-Jan Fledderus en Samuel Armenteros. Johnny, de eigenaar van Bibob by Johnny, is seizoenkaarthouder van Heracles en maakte Gor op de open dag meteen duidelijk waar hij het best zijn haar kon laten bijwerken. Sindsdien is een bezoekje aan de kapsalon een wekelijks uitje geworden. Vol trots vertelt Bibob Johnny het aan iedere klant die het wil horen.

Gor zit op een lijn met Johnny, die uit Syrië komt. Hun cultuur is vergelijkbaar en Gor vertelt Johnny graag over zijn belevenissen. Zeker na de jeugdinterlands die Gor voor Armenië speelt. “Laatst mocht ik met Onder 21 naar Luxemburg. Uiteraard kwam mijn vader kijken. Spelen voor Armenië is voor mij als een droom. Natuurlijk is het Nederlands elftal sportief gezien het hoogst haalbare, maar voor je geboorteland uitkomen is anders. Het is prachtig. Je bent daar echt een held. De passie van het publiek straalt ervan af. Doordat Henrikh Mkhitaryan het tot Manchester United gestopt heeft, wil iedereen voetballen. Hij is een enorme held, maar tegelijkertijd zo bescheiden en dankbaar gebleven. Het liefst speel ik later met hem op het middenveld.”

Gastgezin

Als de jongens met een strak geschoren kapsel weer in de auto stappen, heeft Radio 538 heeft plaatsgemaakt voor Boef en Sevn Alias. De talenten van Heracles schreeuwen de teksten moeiteloos mee, terwijl Gor de auto richting het huis van de vicevoorzitter Dinand ter Braak stuurt. De familie Ter Braak dient al jaren als gastgezin en kreeg na Jason Davidson en Jaroslav Navratil met Gor een nieuwe inwoner. Bij zijn komst naar Heracles wilde hij in de buurt wonen, maar op zichzelf verblijven, is nog niets voor hem. Hij zou de gezelligheid van anderen missen. Vooraf twijfelde hij of wel een gastgezin wat voor hem was, maar het eerste gesprek met de familie Ter Braak nam die twijfel weg. Gor bleef er twee maanden, tot Tim zijn plekje overnam.

Elsbeth, een van de dochters van de vicevoorzitter, is thuis en vertelt over haar ervaringen met de jongens. “Ik heb nooit veel last van ze gehad. Vaak zijn ze kapot na de training en gaan ze slapen of voetbal kijken. Mijn ouders zijn de moeilijkste niet. Afgelopen zomer pasten Gor en Tim zelfs met zijn tweeën op het huis. Ze waren nog even bang dat we camera’s hadden opgehangen, maar dat was gewoon een alarmsysteem.” Gor en Tim barsten in lachen uit en noemen het een wonder dat het goed is afgelopen.

De gesprekken met Gor zelf, zijn begeleiders, teamgenoten en zijn gastgezin geven al een mooi beeld van hoe de voetballer in het leven staat. Eén man mist echter nog: zijn vader Artur. Terwijl Gor Almelo uitrijdt, belt hij hem nog eens. Helaas neemt hij niet op. Dan eerst maar even langs de Armeense kerk, want dat is een bijzondere plek voor Gor.

Ontmoetingsplek

De kerk staat aan de Bleskolksingel. Langs de grote weg en tussen de vele open ruimtes valt het bescheiden, witte gebouw amper op. De Armeense gemeenschap in Nederland weet het echter moeiteloos te vinden. Het is een ontmoetingsplek voor Armenen uit de regio en heel het land. Op zondagen staan de auto’s in de file om de parkeerplaats te bereiken. “Ik heb hier veel mensen ontmoet en ook vrienden uit het zuiden van Nederland gemaakt. Daar ga ik vaak heen als ik vrij ben. Even ertussenuit en minder met voetbal bezig zijn”, vertelt Gor.

Hij laat de ketting zien die om zijn nek hangt. Er hangt een kruisje aan, als symbool voor zijn Rooms-Katholieke geloof. “Voordat ik ooit bij Heracles kwam, ben ik hier gedoopt. Nu kom ik hier zo vaak mogelijk. Even een kaarsje branden voor een wedstrijd of een belangrijke toets. Mijn geloof geeft me rust en kracht. Het is ook fijn om in contact te staan met mensen die mijn cultuur delen.

Naast de kerk ligt een pleintje dat is omringd met gedenkstenen. Het is een monument ter nagedachtenis aan de Armeense genocide. Elk jaar op 24 april wordt hier een tocht gehouden om de zwarte bladzijde uit de Armeense cultuur te herdenken. “Dat is een dag voor mijn geboortedag. Ik ben op 25 april geboren, het was vijf over twaalf. Prettig, anders had mijn verjaardag altijd een andere lading gehad.”

Terwijl Gor rustig het monument bekijkt, gaat zijn telefoon. ‘Papa’ verschijnt er op het scherm. Hij loopt terug naar de auto en verbindt de telefoon aan de radiospeakers. Het gesprek met zijn vader verklaart waar de eerlijke en doelgerichte levenswijze van Gor vandaan komt.  “Vanaf jonge leeftijd probeert hij goed te doen. Hij is eerlijk naar anderen en ook naar zichzelf. Alles wat hij doet, doet hij voor de honderd procent. Het voetbal, zijn studie en alles daarbuiten. Dat komt vanuit zijn opvoeding, maar ook uit zichzelf.”

Zijn vader vertelt in simpele woorden, maar in goed verstaanbaar Nederlands dat de Armeense cultuur niet veel verschilt van de Nederlandse. Het komt op hetzelfde neer: wees eerlijk en doe geen gekke dingen. Het zorgt ervoor dat Gor de cultuur van zijn geboorteland en zijn ouders moeiteloos in zijn alledaagse leven kan verweven. Het grootste verschil is de taal. Thuis spreekt Gor met zijn familie in het Armeens. En het voetbal was in het begin even wennen.

“Gor heeft vechtsport geprobeerd, maar hij wilde altijd voetballen. Dat hebben we snel geaccepteerd. Het is zijn passie en hij gaat er vol voor. De tweede maanden bij het gastgezin was een uitdaging. Ook voor ons als ouders. We konden natuurlijk niet de hele dag bellen om de dag te bespreken. Maar Gor heeft laten zien dat hij voor zichzelf kan zorgen. Wij zullen hem daarin altijd steunen en volgen. Voetbal is ook mijn sport geworden. We zijn trots op hoe Gor het doet. Ik hoop dat Gor later terug kan kijken op een mooie tijd. Dat heeft niet te maken met wat hij bereikt, maar hoe hij ermee omgaat.”

“Ik ben mijn ouders dankbaar voor de kansen die ze mij gegeven hebben”

Elke dag om acht uur ‘s ochtends naar de club. Elke dag vier dikke vitaminepillen bij de lunch. Elke dag bloed, zweet en tranen. Alles voor dat ene moment op het veld. Een goede wedstrijd of een winnende goal is genoeg. Daarna juichend naar de kant om zijn trotse vader te omhelzen. De familie Agbaljan heeft de bodem gezien en weet dat geluk niet vanzelfsprekend is. De ouders verlieten hun land, hun taal en hun familie. Ze hebben opofferingen gemaakt om hun kinderen een kans te bieden. Gor pakt die kans op het veld, zijn zus in de studiezaal. Vader en moeder zijn nooit ver weg. De Armeense cultuur zullen ze samen nooit verloochenen.

 “Als ik terug denk aan de tijden dat we voor vijftig euro in de week rond moesten komen, ben ik blij met hoe het er nu voorstaat. Door de moeilijke tijden die we hebben gehad, waardeer ik alles wat ik meemaak. Als familie hebben we het goed en we zijn allemaal gezond. Ik ben mijn ouders enorm dankbaar voor de kansen die ze mij en mijn zus gegeven hebben. Alleen om hen trots te maken zal ik altijd alles blijven geven.”

Gor stuurt zijn donkere Volkswagen Golf terug naar Ommen. Hij moet nog voor school bezig en even bellen met zijn zaakwaarnemer. Daarna snel naar bed om uitgerust te zijn voor morgen. In de auto terug staat Gor vaak stil bij het leven dat hij leidt. Een mooi leven dat zich vaak afspeelt in een stadion voor twaalfduizend man van een professionele én gezellige club. Maar tussen die twaalfduizend man, zal Gor altijd zijn familie terugvinden.

 

Stegenman: “Gor is een ruwe diamant”

John Stegeman is blij dat hij Agbaljan zijn debuut heeft kunnen gunnen. De coach van Heracles ziet dat de middenvelder veel talent heeft en hoopt dat hij zich blijft ontwikkelen. “Gor is een ruwe diamant. In zijn manier van denken hoeven we hem weinig te sturen. De topsportmentaliteit heeft hij zeker. Natuurlijk gaat het voetballende gedeelte met horten en stoten. Hij is nog jong en de stap van de A’s naar het eerste is niet niks. Hij staat open voor onze begeleiding en wie weet wordt dat dit seizoen nog beloond met meer speelminuten.”

Share