“Zijn karakter kan hem wel eens in de weg zitten”
Een lastige jongen, arrogant en moeilijk benaderbaar. Op Heracles-spits Wout Weghorst worden na zijn eerste seizoen in de Eredivisie verschillende stempels gedrukt. Op het veld is hij fanatiek, juicht hij na het verdienen van een strafschop en huilt hij na een goal tegen Ajax. Naast het veld is Wout rustig, zorgzaam en haalt hij kracht uit het geloof en het contact met zijn geliefden. Tijd voor een nadere kennismaking met Wout Weghorst via de verhalen van zijn broers, jeugdtrainer Jurgen Bruggeman en teamgenoot Fahd Aktaou. (augustus 2015)
Met een rake kopbal in de slotminuten van Ajax – Heracles luisterde Wout Weghorst zijn debuut begin dit seizoen op met een doelpunt. De tranen biggelden over zijn wangen toen hij zijn ogen richtte op zijn moeder en twee broers die bovenin de ArenA zitten. Ralf en Twan Weghorst stonden op het punt om voor lange tijd naar het buitenland te gaan en hadden hun vertrek zo gepland dat ze Wouts debuut in de Eredivisie nog mee konden maken. “Dan is het wel heel mooi dat het zo loopt”, vertelt Twan, de jongste Weghorst-telg. “Ik had zelf ook de tranen in mijn ogen staan en ik stormde de trap van de tribune af. Ik stond al bijna op het veld. Het is toch je broer die dat stadion met 50.000 man even stil krijgt.”
Het is typerend voor het hechte gezin uit Borne. De vier broers ontwikkelen na de scheiding van hun ouders een onbreekbare band. In het dorp staan ze bij bekend als de zoons van die succesvolle AVIA-ondernemer, wat bij alle jongens zorgt voor een grote bewijsdrang. “Over vier zogenaamd verwende broers van één meter negentig hebben mensen al snel hun mening klaar”, stelt Twan. “Mensen zien je als het rijkeluiszoontje en denken dat je zelf niets hoeft te doen. Maar wij weten wel beter. We trekken een lange neus naar mensen die dat soort dingen roepen. We hebben alle vier onze eigen ambities en werken keihard. Dat geldt zeker ook voor Wout.”
Hoewel het hele gezin katholiek is, speelt het geloof alleen bij Wout een grote rol. Een bijzondere gebeurtenis, die de spits van Heracles voorlopig liever voor zichzelf houdt, zorgde voor een sterke band met het geloof. Regelmatig is Wout te vinden bij het kapelletje vlak bij zijn huis, hij steekt er een kaarsje aan of neemt een rustmomentje als hij even niet met voetbal bezig is.
Rare gozer
“Vroeger was hij al non-stop met de bal bezig. Op het veldje was hij commentator, spits en doelman tegelijk”, aldus Ralf Weghorst, de op één na oudste broer van het gezin. Volgens Ralf was het vroeger al duidelijk dat Wout later zou gaan voetballen. “Hij had talent, maar vooral zijn discipline is altijd enorm geweest. Waar ploeggenoten van RKSV NEO een biertje gingen drinken, lag Wout om negen uur in bed. Daar maakte hij richting zijn ploeggenoten wel eens een opmerking over die soms niet bij iedereen even goed viel. Hij was een uitzondering in het team. Ze dachten wel eens: ‘Wat is dit voor rare gozer?’ Sommige mensen vonden hem arrogant. Als je altijd wil winnen en de beste wil zijn, kan dat zo overkomen. In het veld is hij soms te fanatiek en vertoont hij aparte trekjes, maar Wout is een goede jongen. Hij zou nooit nee zeggen als hij iemand kan helpen.”
Sterke knaap
Jurgen Bruggeman had Wout als jeugdtrainer onder zijn hoede in de D1 bij RKSV NEO. Hij heeft zowel goede als kwade herinneringen aan de spits. “Wout was altijd duidelijk aanwezig. Hij was enorm fanatiek en hield niet altijd rekening met het feit dat sommige teamgenoten minder goed waren dan hem. Voor de meeste mensen was hij moeilijk, maar voor mij was hij goed coachbaar”, aldus Bruggeman. “Wout scoorde in één seizoen in de Topklasse ongeveer 25 doelpunten en liet tegen de jeugd van FC Twente zien dat hij een hoger niveau aankon. Hij werd in tegenstelling tot teamgenoten echter nooit gescout. Dat maakte hem meer gedreven. Door zijn sterke wil is Wout waar hij nu is. Zijn karakter kon hem echter ook wel eens in de weg zitten.” Bruggeman herinnert zich een kampioenswedstrijd tegen Quick’20 waarbij Wout niet zijn niveau haalde. “Ik wisselde hem en toen schopte hij in zijn woede een reclamebord doormidden. Boos op zichzelf, en misschien ook wel op mij. Het toont zijn passie voor het voetbal. Wout was enorm leergierig en hij verzette op jonge leeftijd al veel extra werk, naast de trainingen. Ik zag wat Wout opzij zette voor het voetbal en ik kon alleen maar hopen dat hij het betaalde voetbal zou maken. Omdat hij niet op jonge leeftijd gescout was, dacht ik eerder dat hij het tot de top van het amateurvoetbal zou schoppen. Hij maakte van de B1 de overstap naar het eerste elftal en iedereen dacht dat hij wel even nodig had om zich aan te passen, maar goede voetballers passen zich snel aan.”
Heracles-verdediger Fahd Aktaou maakte net als Wout afgelopen zomer de overstap van de Jupiler League naar de Eredivisie. De van Almere City overgekomen linksback kijkt met veel bewondering naar hoe Wout zich aangepast heeft aan het niveau. “We hebben het wel eens over die overstap gehad. We zeiden allebei dat het ons zou gaan lukken. Volgens mij is dat tot nu toe ook gebeurd. Hij heeft net als mij een mindere periode gekend, maar daar is hij uitgekomen en hij is weer gaan scoren. Die ervaringen neemt hij mee naar volgend seizoen en ik weet zeker dat hij het dan nog beter gaat doen.”
Rustige jongen
In zijn jeugd hadden mensen hun mening dus al klaar over Wout. Nu hij in de Eredivisie speelt, zijn er alleen maar meer meningen bijgekomen. Zelf had Wout daar in het begin moeite mee. Ralf vertelt: “Het is heel apart dat mensen hem nu kennen. Laatst gingen we een ijsje kopen en dan hoor je af en toe iemand ‘Weghorst, Weghorst’ roepen. Hij wordt soms neergezet als een typetje, zoals veel voetballers. Dat is lastig, want mensen zien niet hoe hij naast het veld is.” De meningen van anderen heeft Wout naast zich neer weten te leggen. De 22-jarige aanvaller vindt het belangrijk wat zijn geliefden vinden en wat de buitenwereld denkt, kan hem weinig schelen. “Hij kan naar de buitenwereld wat afstandelijk overkomen, soms heeft hij geen behoefte aan andere mensen. Als je hem beter leert kennen, weet je dat het een lieve jongen is. Hij geeft veel om de mensen die dichtbij hem staan en maakt zich druk om ons. We merken ook dat hij onze mening belangrijk vindt. Wout is gewoon een rustige en lieve jongen, hoe gek hij soms ook doet op het veld.”