Het eerste elftal van Arsenal moet voor de helft uit eigen jeugd komen te bestaan. Daar werkt Andries Jonker als Hoofd Jeugdopleiding bij de Londense grootmacht naartoe. De Amsterdammer maakt daarbij graag gebruik van Ajax als voorbeeld. (Het Parool, november 2016)
Naast de trainingsvelden van de Hale End Academy zijn graafmachines in de weer. Er wordt een nieuw veld aangelegd. Hier in Noord-Londen wordt geïnvesteerd in de Arsenal-voetballers van de toekomst. De jongens, tussen de negen en zestien jaar, oud staan hier aan het begin van een opleiding die moet eindigen in het Emirates Stadium.
Daarvoor zijn de beste faciliteiten voor handen. Nieuwe kleedkamers, moderne technologieën, studieruimtes en een overdekt voetbalveld. In de gang naar het veld hangen foto’s van spelers die recent de volgende stap hebben gemaakt. Het blijkt de hand van Andries Jonker (54). De Nederlander staat sinds twee jaar aan het hoofd van de opleiding en heeft zo grote invloed op de vernieuwing van het complex. “Eerst stond er nog een gebouw uit de jaren dertig en lagen er kleine veldjes,” zegt Jonker tussen twee happen van een broodje kaas door. “Het kost een hoop geld, maar ik wil de beste omstandigheden creëren.”
Jonker is de spil van de jeugdopleiding van Arsenal, waar de filosofie is dat het eerste elftal van Arsenal uiteindelijk voor de helft uit eigen jeugdspelers moet bestaan om mee te doen op het allerhoogste niveau. “Het argument van de club is vooral financieel. Tuurlijk is het fijn als er veel Londenaren in de hoofdmacht spelen, maar dat is geen vereiste. Die regionale verbondenheid zit wel in mijn overtuiging.”
Waarden van de club
Om zijn woorden kracht bij te zetten, lepelt Jonker moeiteloos de opstelling van het succesvolle Ajax uit de jaren zeventig op; naam en geboorteplaats. Van doelman Stuy uit Velsen tot en met het trio Swart, Cruijff en Keizer uit Amsterdam. Bijna het hele elftal kwam uit de omgeving van de club, net zoals dat bij succesteams als Bayern München, Manchester United en Barcelona zo is. “Als je voor langere tijd succesvol wil zijn, moeten de spelers met elkaar en de waarden van de club zijn opgegroeid. Op eigen spelers kun je voor langere termijn vertrouwen. Niet op spelers die voor geld komen en voor meer geld weer weggaan.”
Jonker dankt zijn baan bij Arsenal aan zijn ervaringen als opleider en trainer. Dat hij Nederlander is, heeft hem daarbij geholpen. “Wij zijn goed in nadenken over voetbal. Rinus Michels, Johan Cruijff en Louis van Gaal hebben een richting aangegeven die wereldwijd is omarmd. Ik heb goed opgelet en mijn eigen ideeën toegevoegd. Daarom zit ik hier ook. Mooi voetbal met resultaat. Dat past bij mij. De Ajaxgedachte, ondanks dat ik daar nooit heb gewerkt.”
Louis van Gaal
In de jaren negentig werkte Jonker als opleider van de KNVB in Amsterdam wel veel samen met de opleiding van Ajax. Zo kwam hij in contact met Louis van Gaal, bij wie hij stage ging lopen. Later nam Van Gaal hem mee naar het Nederlands elftal, Barcelona en Bayern München. “Vanaf het eerste gesprek vroeg Louis mij constant om argumenten. Hij wekt bij sommigen de indruk een dominante man te zijn. Je zou niets tegen hem kunnen zeggen. Maar hij wil juist je mening horen. Ik voelde me nooit geïntimideerd en merkte dat mijn inbreng gewaardeerd werd. Ik heb veel aan Louis te danken. Ik heb altijd een enorm vertrouwen gevoeld en ik heb in zijn slipstream enorm veel mogen bijgedragen.”
De Nederlandse voetbalvisie die Jonker samen met Van Gaal op het trainingsveld vormde, sluit naadloos aan bij de visie van Arsenal, maar tot een samenwerkingsverband met bijvoorbeeld Ajax zal het niet snel komen, denkt Jonker. “Zoiets als tussen Chelsea en Vitesse is lastig. Alleen juridisch gezien ligt het al moeilijk, maar een verhuur zoals bij Yaya Sanogo zou wel kunnen voorkomen. Daarbij gaat het erom dat het voor de speler, voor Arsenal én voor Ajax de beste optie is. De relatie tussen de clubs is goed. Zeker door het Arsenal-verleden van Marc Overmars en Dennis Bergkamp staat de deur altijd open.”
“Het is niet makkelijk voor Ajax”
Zoals Jonker eerder het oude Ajax als voorbeeld nam, is ook het huidige team van Ajax in zijn ogen een compliment voor de jeugdopleiding. Dat er altijd kritiek is op het jeugdbeleid, hoort erbij. Als Kasper Dolberg goud blijkt, gaan de complimenten naar de scouts. Als hij niet doorbreekt, wordt geroepen dat een eigen spits de kans moet krijgen. “Dat is een dunne lijn. De hang naar meer eigen jeugd is er altijd bij Ajax. Ik volg Ajax vanaf de andere kant van het kanaal, maar wat ik zie, is een wereldprestatie in het door laten stromen van eigen jeugd. Zeker omdat de goede spelers op jonge leeftijd naar Engeland worden gehaald door de enorme budgetten hier. Dat maakt het voor Ajax niet makkelijk.”
“Voor jonge talenten van Arsenal wordt het ook lastiger om tussen al die topspelers door te breken. Maar Ajax en Arsenal blinken uit in voetbalidentiteit. Ik zag laatst Ajax onder vijftien hier in Engeland spelen en die voetbalden om te winnen. Agressief en talentvol vanuit een gedachte. Dat is wat ik graag zie, ook binnen de Arsenal-visie.”