De Rotterdamse fotograaf Bob Schalkwijk woont al 63 jaar in Mexico. Door de lens van zijn camera bewonderde hij de cultuur, de mensen en inheemse indianen. Nu hoopt hij zijn carrière in Rotterdam een eervol slotstuk te geven.
Gepubliceerd op 03-08-21 in AD Rotterdams Dagblad
In de mooiste wijk van Mexico-Stad genaamd Coyoacán staat het huis van de Rotterdamse fotograaf Bob Schalkwijk (geboren in 1933). Het huis in koloniale stijl past volledig in de artistieke uitstraling van deze wijk, waar kunstgalerieën, kleurrijke markten en chique cafés elkaar afwisselen. Een huishoudelijke hulp opent de massief houten voordeur en wijst de weg naar de fotostudio in de binnentuin. Te midden van honderden fotorolletjes, boeken, mappen en dozen zit de 88-jarige Schalkwijk aan zijn bureau. “Welkom in Mexico”, zegt Schalkwijk met een beschaafd Nederlands accent. In de hoek van de studio zitten twee medewerkers achter computers. “Zij plaatsen alle analoge foto’s in een digitaal archief. Een fonds heeft ons die kans gegeven. Ooit zal ik er niet meer zijn, maar mijn foto’s blijven. Voor mij is het normaal dat mijn hele leven is vastgelegd. Ik weet niet anders. De foto’s brengen me terug naar herinneringen waarvan ik niet wist dat ik ze had. Ik kijk momenteel veel terug. Dat komt met de leeftijd.”
Komst naar Mexico
Schalkwijk loopt door de tuin en neemt plaats aan de tafel in de patio. De verkeerschaos, de smog en de 23 miljoen andere inwoners van Mexico-Stad lijken ver weg. Slechts een overvliegende helikopter verstoort de rust. “Ze hebben me nooit opgepikt”, grapt Schalkwijk, voordat hij op verzoek vertelt over zijn komst naar Mexico in 1958.
“Op 24-jarige leeftijd ben ik vertrokken uit Kralingen. Ik werkte in de haven van Rotterdam en besloot om pijplijntechnologie te gaan studeren in Houston, Texas. Dat bleek niets voor mij te zijn. Ik ben doorgereden naar Canada en vervolgens naar Mexico, waarvan ik had gehoord dat je er goedkoop kon leven. Samen met een andere Nederlander reed ik in mijn oude Volkswagen Kever in vier dagen naar Mexico. Ik raakte direct betoverd door de landschappen, de warme kleuren en de gastvrije mensen. In Nederland waren de mensen in die tijd maar stug. Ze praatten niet veel. Hier werd ik met open armen ontvangen. Ik maakte in mijn eerste week vrienden die ik nu nog ken. En ik werd verliefd op een Amerikaanse vrouw genaamd Nina Lincoln, met wie ik trouwde en vijf zonen kreeg. Zij is vijftien jaar geleden overleden. Met haar heb ik veel gereisd en de fotografie verder ontdekt. Dat was het voor mij.”
Carrière als fotograaf
De eerste foto’s die Schalkwijk maakte tonen een Rotterdam in opbouw na de Tweede Wereldoorlog. Op zijn veertiende ontdekte hij zijn passie voor de camera en twee jaar later verkocht hij zijn eerste foto, een portret van jazztrompettist Louis Armstrong. Op zijn 24ste werd hij in Mexico professioneel fotograaf. “Ik begon met het fotograferen van kinderen. Geen enkele moeder zegt ‘nee’ tegen een goede foto van haar kind. Mijn voordeel was dat er weinig mensen waren die ook een camera hadden. ” Tegelijkertijd legde Schalkwijk zijn woonplaats Mexico-Stad vast met focus op de mensen die er woonden, kunst en architectuur. Zijn werk werd gepubliceerd in het boek ‘Famous cities of the world: Mexico City’, waarvan er meer dan veertigduizend werden verkocht. Daarna verdiende hij zijn brood met het maken van reclamefoto’s. “Dat was een mooi begin en het betaalde goed.”
Tarahumara indianen
In 1965 voegde Schalkwijk een volgend onderwerp toe aan zijn portfolio: de Tarahumara indianen in de staat Chihuahua in het noorden van Mexico. Hij kwam het inheemse volk op het spoor door een folder bij een reisbureau over de Sierra Madre Occidental, een bergketen van vijftienhonderd kilometer die zich uitstrekt over Noordwest-Mexico. Schalkwijk maakte in zijn Jeep zeventien reizen naar de Sierra Madre, eerst samen met zijn vrouw, later alleen met zijn camera. Hij publiceerde drie boeken over de Tarahumara en wordt gezien als dé fotograaf die hun cultuur vastlegde. “Het is een moeilijk begaanbaar gebied. De ravijnen zijn verschrikkelijk diep en interessant, net als de mensen die er wonen. De eerste keer dat ik er kwam sprak bijna niemand Spaans, tegenwoordig wat meer. De Tarahumara houden vast aan hun tradities, zoals de verering van de natuur, kruidengeneeskunde, de kleurrijke gewoven kleding en de dagenlange hardloopwedstrijden waar ze om bekend staan. Het is fascinerend om als buitenstaander hun leefwereld te ervaren. Ik heb de indianen meerdere keren voor langere tijd bezocht, maar ze zien me nog steeds als een vreemdeling. Ze weten immers dat ik weer terugkeer naar de moderne wereld.”
400.000 foto’s
Het is de hoogste tijd om foto’s te bekijken. Gina Rodríguez, een curator en fotografiehistorica die in de studio van Schalkwijk werkt, laat het digitale archief zien. Vierhonderdduizend foto’s tonen het leven van een Rotterdammer in Mexico, de ontwikkeling van Mexico-Stad, reizen naar 45 landen, de cultuur van de Tarahumara indianen en veel meer. “Met elke foto wil ik iets interessants laten zien. Er moet wat gebeuren. Daarom beroeren grote onderwerpen mij meer dan losse foto’s; het leven van de Tarahumara, de kunstwerken van Diego Rivera die ik veel heb vastgelegd of de totale ruïne in Mexico-Stad na de aardbeving van 1985. Ik ben er toen op uit gegaan op mijn fiets. Grote delen van de stad waren verwoest. Het leek wel Rotterdam na de oorlog.”
Als er één ambitie is die Schalkwijk nog wil realiseren, is het een expositie in Rotterdam, zijn geboortestad die hij bleef bezoeken en fotograferen. “Ik ben Nederlander, maar ik ben niet gewend om daar te wonen. Daardoor kijk ik met andere ogen naar de mensen en het landschap. Dat perspectief wil ik graag delen aan de hand van mijn foto’s van Nederland. Ik hoop dat mij die kans wordt gegund door een museum. Het zou de kers op de taart zijn.”